FB_IMG_1566725067096

De kleine jongen en de goudbron. Er was eens, heel lang geleden, in een ver koninkrijk, een kleine jongen die zijn huiswerk niet maakte omdat hij de wereld wilde veranderen. Rondom hem, zag hij kinderen die honger hadden, oudere mensen die koud hadden, mannen en vrouwen die pijn leden. Alle dagen vroeg hij aan zijn ouders, de koning en de koningin: “Waarom is er zoveel leed in het koninkrijk?” De koning en de koningin antwoordden: “Omdat de wereld zo is.” De kleine jongen was niet tevreden met dit antwoord. Daarom vertrok hij op zekere dag voor een reis rond de wereld, hij zou dit nu eens en voor goed veranderen. Hij reisde gedurende zeven jaar en zeven dagen. Op een morgen in de herfst ontmoette hij de grootste wijze onder de wijzen. Hij zei: “Grote wijze, hoe kan ik de wereld veranderen?” De grote wijze zei: “Als je de wereld wil veranderen ga je de goudbron moeten vinden.” “Waar is die dan?” zei de kleine jongen. “Die is niet gemakkelijk te vinden” zei de wijze. “Maar als je alle mensen rondom jou gelukkig wil maken, moet je hem zoeken met heel je hart en met al je krachten, zonder ooit op te geven.” De kleine jongen ging terug op weg. Hij beklom de hoogste bergen, ging diep in de oceanen, verkende uitgestrekte vlakten maar vond de bron van goud niet. Na zevenhonderd zevenenzeventig jaar keerde hij terug naar de oude wijze. De oude wijze lag op zijn doodsbed, het bed was bedekt met rode bloemen en groene bladeren. “Grote wijze, ik heb de goudbron niet gevonden” zei hij. “Ik heb overal gezocht maar heb die niet gevonden.” Toen antwoordde de grote wijze: “Je hebt overal gezocht behalve waar je moest zoeken. De bron van goud, kleine jongen, die het mogelijk maakt om de wereld te veranderen en de mensen rondom jou gelukkig te maken. De bron die je gezocht hebt in de vier hoeken van de wereld, die ligt in je eigen hart, kleine jongen. In je eigen hart.”